“Sjonge, krijgen al die jongelui tegenwoordig zoveel geld ofzo?”, vraagt zij. “Wat is er mis met een kopje thee met een koekje aan de keukentafel?”, brengt hij in. “Oh nee, dat kan natuurlijk niet, want tegenwoordig is er niemand meer thuis voor zijn kind…”
Dit gesprek van een ouder, ietwat verzuurd (en nee, ik vind niet alle oude mensen zuur, maar deze twee waren het echt) echtpaar ving ik de afgelopen week op, toen ik een ijsje haalde in onze plaatselijke ijssalon. Waar ook een hele club jongeren, ik denk brugklassers, een ijsje haalde. Gewoon, omdat het zonnetje scheen, ze net uit school kwamen en zin hadden in ijs. Ik denk (en hoop!) niet dat zij het echtpaar hoorden.
Ik vond het gesprek kenmerkend voor hoe er de laatste tijd over jongeren wordt gesproken en geschreven. Ze zijn verwend, kunnen niet tegen stress, willen niet werken en zijn ongemotiveerd. En ze zijn telefoonverslaafd. Eigenlijk is hun hele generatie gedoemd om te mislukken. Vinden wij, de verstandige mensen van de oudere generatie.
Voor mij was een druppel dit stukje in de Telegraaf. Met de titel: ‘Jeugd door en door verwend’. Bah! Waarom wordt er zo gedaan? Wat helpt het om zo over jongeren te praten?
Ja, ze zijn soms onnavolgbaar. Het is onbegrijpelijk wat ze de hele dag doen met die telefoon. En ja, ze hebben soms ook de spanningsboog van een amoebe. En ze wonen inderdaad langer thuis. En ze vinden bellen eng en niet nodig. En ze kijken anders naar werk.
En wij, grote, oudere, verstandige mensen vinden daar iets van. De telefoon moet weg. Laten we hem verbieden! Het arbeidsethos moet omhoog. Die luie varkens moeten eens weten hoe het is om 40 uur te werken. Ze moeten gewoon… (vul hier maar in wat je jezelf hoort roepen tegen of over ze)!
En wat nou als niet zij, maar wíj iets moeten? Wij zijn de grote mensen, wij krijgen de kinderen voor onze snufferd die wij verdienen. Dit is waar we het zelf naar gemaakt hebben. En nu het niet meer leuk is, het lastig wordt en we het niet meer snappen, wijzen we naar hen.
“Ze zijn niet meer gemotiveerd.” Zeggen scholen. “Ze zijn allemaal crimineel.” Over jongeren in grote steden. “Ze hangen alleen nog maar.” Elke gemiddelde puberouder. “Ze zijn laks en melden zich al ziek als hun kat dood is.” Werkgevers die moeite hebben met de jonge garde in hun bedrijf. Enzovoort.
Lekker leuk als er de hele dag zo over je wordt gepraat. En als er de hele tijd oplossingen worden bedacht (of verboden, regels, meldpunten en protocollen) door mensen die geen idee hebben wat er eigenlijk in je hoofd omgaat. Daar vragen ze namelijk niet naar. Leuk dat 'Onderwijs', waar toch echt veel aan de hand is, niet eens een thema is in de komende verkiezingen. Dan voel je je vast serieus genomen als jong mens.
Minister Robbert Dijkgraaf roept jongeren op zich te verenigen. Ik roep minister Dijkgraaf op om naar jongeren te luisteren. Open, zonder oordeel. Niet alleen de minister trouwens. Gewoon iedereen boven de 35 die een oordeel heeft over die verloren generatie. Praat met ze. Luister naar ze. Wat drijft hen? Waarom willen ze niet meer werken zoals wij dat doen? Waar maken ze zich zorgen over? Waar hebben ze vertrouwen in? Dat werk.
Mijn ouders (en die van jullie vast ook) maakten zich vroeger zorgen over hardcore en drugs. En computers. En internet. En MSN. Met ons is het toch ook goed gekomen?
Even nog een reminder naar een oproep die ik begin dit jaar deed. Ging over rolmodel zijn. Die oproep kon toen op een hoop ooohhhh's en aaaah's rekenen. Veel gedeeld en iedereen ging het doen. Laten we dat doen met elkaar!
Comments